tips

Tips voor het VCA Examen

Wanneer je de lesstof al voorbereid hebt voor aanvang van de cursus, wellicht al wat proefexamens hebt gemaakt en goed hebt opgelet tijdens de les, dan is het examen heel goed te maken. Maar examen doen is meer dan alleen zorgen dat je de lesstof kent, begrijpt en kan toepassen. Om nu helemaal te zorgen dat je optimaal kunt scoren in het examen hebben we nog wat tips voor je.

Tip 1:

De tijd die je krijgt voor het maken van een VCA examen is voor de meeste kandidaat ruim voldoende. Gebruik de tijd die hebt. Voor het B-VCA-examen heb je 60 minuten en voor het VOL-VCA-examen 75 minuten. Vaak heb  je nog 20 tot 25 minuten over van de tijd. Dus ga je niet haasten!

“Haastige spoed is zelden goed”, waardoor veel meer fouten worden gemaakt. Er wordt dan niet goed gelezen en juist elk woord kan belangrijk zijn.

Wat wordt er gevraagd: onveilige handeling of onveilige situatie? – ongeval of bijna ongeval? – werknemer of werkgever? – getande of niet getande graafbak? – gebodsbord of verbodsbord.

Tip 2:

Je komt vaak woorden tegen als: Niet – Geen – Onjuist – Alleen – Beste – Specifieke. Wanneer deze woorden in een vraag staan moet je extra alert zijn. Goed begrijpend en nauwkeurig lezen!

Tip 3:

Vraag je bij elke vraag goed af wat de vraagsteller van je verwacht! Oftewel, wat voor antwoord moet ik kiezen? Analyseer de vraag.

Als je leest: ‘Wat is een voorbeeld van goed gedrag?’ Dan heeft het antwoord te maken met gedrag. Niet met een situatie, niet met een machine, niet met de ‘Arbo-dienst’, of wat dan ook. Gedrag is iets wat je doet. Je mentaliteit.

De vraag: ‘Wat is de functie van een vergunning?’, heeft te maken met de functie, dus waarom is er zoiets als een vergunning? Dan denk je natuurlijk aan ‘veiligheid’, want een vergunning hoort bij klussen met een verhoogd risico. En dat vind je weer terug in het juiste antwoord.

Zoek naar woorden als: welke factor, manier, maatregel, plichten, volgorde, fasering, etc. Ook vragen als: wat is het doel van…., wat is een taak van…., geven heel gericht aan dat het om doelen of taken gaan. En de antwoorden passen ook bij die woorden.

Vragen die gaan over het voorkomen van ongelukken, hebben een antwoord nodig dat laat zien wat het veiligste is.  Een plaat leggen op een gat in de vloer is veiliger dan het afschermen met een rood lint. Je glijdt sneller uit op een gladde voer dan over rommel die er ligt, en natuurlijk is rommel ook onveilig. Maar het is steeds zoeken naar wat het ‘ergste’ is van de gegeven voorbeelden. Denk maar eens aan de gevolgen… Een ‘eerste melding’ bij een noodsituatie is niet dat je de familie eerst gaat waarschuwen. Dat antwoord lijkt in de eerste instantie logisch, maar het is beter dat je eerst 112, de ambulance  of de brandweer belt!

Tip 4:

Wanneer je een antwoord gekozen hebt kun je in veel gevallen een controle uitvoeren. Als men vraagt naar persoonlijke beschermingsmiddelen, controleer of je ook persoonlijke beschermingsmiddelen hebt gekozen in je antwoord. Als de vragende zin begint met Wie, moet je een antwoord hebben waarbij je een persoon of persoonsvorm hebt gekozen.

Controleer je gekozen antwoord of het antwoord geeft op de vraag die gesteld is.

Gebruik je gezonde verstand en probeer antwoorden in je hoofd ‘te zien’. Heb je ooit een ruitvormig oranje bord gezien met een witte opdruk? Of een wilt vierkant bord met een blauw pictogram?

Tip 5:

Een goed geformuleerd antwoord bevat vaak een deel van de vraag. Bijvoorbeeld: “wat is de kleur van het gras?”  Antwoord: “Het gras is groen”. Het kan ook een woord zijn wat in één van de antwoorden weer voorkomt.

Tip 6:

Nu is het zo dat een antwoord wel eens uit meerdere delen bestaat waardoor er elementen wel kloppen maar dat er ook foute elementen in staan. Hierdoor is een antwoord dus niet bruikbaar als goed antwoord. Een antwoord dat je wilt kiezen moet dus qua tekst ook helemaal goed zijn.

Tip 7:

Lees alle antwoorden goed door. Wees niet gelijk tevreden met antwoord A. Misschien is antwoord B of C net iets vollediger of beter.

Tip 8:

Concentreer je vooral op de vraag die werkelijk gesteld en dus beantwoord moet worden.

Vragen waarbij je getoetst wordt of je het geleerde ook in een praktijksituatie kan gebruiken worden de toepassingsvragen genoemd. Bij dit soort vragen is het goed mogelijk dat er veel tekst in de vraag staat die je extra informatie geeft voordat je de werkelijke vraag gesteld krijgt. Concentreer je vooral op de werkelijke vraag. De zin die eindigt op het vraagteken. Dat is wat je moet beantwoorden. De extra info is mogelijk extra info om de vraag beter te kunnen beantwoorden.

Tip 9:

Blijf zo kort mogelijk bij de tekst uit de vraag. Ga er niet allerlei zaken bij bedenken.

Tip 10:

Zorg dat je per vraag weet wat voor soort vraag je voor je hebt! Er zijn namelijk 5 verschillende vraagvormen.

  • We hebben meerkeuzevragen, waarbij uit 3 antwoorden 1 antwoord gekozen moet worden.
  • Je hebt meervoudige antwoorden goed vragen, waarbij je uit het gegeven aantal antwoorden het juiste moet selecteren.
  • Er zijn matrixvragen, waarbij achter de gegeven antwoorden moet worden aangegeven of het juist of onjuist is. Dit kan ook ja of nee zijn of waar of niet waar.
  • Er zijn matching vragen waarbij de gegevens uit het linkse rijtje moeten worden gekoppeld aan gegevens uit het rechtse rijtje.
  • En er zijn rangschikvragen waarbij je de gegeven antwoorden in de juiste volgorde moet sorteren.

Tip 11:

Het examenbureau weet niet waar je werkt en de vragen kunnen dus niet over jouw specifieke werkplek of bedrijf gaan. Deze gaan over algemene VCA gerelateerde werkplekken zoals de gemiddelde bouwplaats en werklocaties in de petrochemie. Dus ga e.e.a. niet projecteren op je eigen werksituatie.

Tip 12:

Wanneer je werkelijk met het examen bezig bent kun je altijd nog terug naar elke vraag. Wellicht dat je bij het beantwoorden van een latere vraag opeens het antwoord weet op een eerdere vraag.

Tip 13:

Je kunt gedurende het examen altijd antwoorden veranderen. Maar wees daar héél voorzichtig mee. Vaak is de eerste ingeving de juiste.  Niet elke verandering is een verbetering.

Tip 14:

De regel: “Het langste antwoord is altijd het juiste” is niet altijd van toepassing. Ja er staat de meeste informatie in, maar is dit wel de juiste informatie? Zeker bij veel VCA antwoorden is ook het kortste antwoord het beste.

Tip: 15

Om het goede gevoel vast te houden kun je tijdens het maken van een examen een vraag ook even overslaan.

Om te weten welke vraag dit was kun je bij een vraag een markering aanzetten door een knop op het scherm te klikken. Er komt dan een duidelijk kenmerk bij het vraagnummer te staan, hierdoor is het makkelijk terug te vinden welke vragen dat waren. Kies bij vragen die je wilt overslaan op gevoel wel vast een antwoord zodat wanneer je onverhoopt toch in tijdnood komt je iets gekozen hebt.

Tip 16:

Wanneer je kiest om de knop afsluiten te gebruiken als je helemaal klaar bent is het examen ook gelijk helemaal afgesloten, je kunt dan niet meer terug naar de vragen. Dus heb je nog tijd over, kijk dan nog even naar enkele vragen die je toch wel wat lastiger vond. Let op: ga niet gelijk veranderen van antwoord. Doe dit alleen als je er zeker van bent dat je het verkeerde antwoord heb aangevinkt.

Tip 17:

Laat je niet afleiden. Neem een paar schuim oordopjes mee naar het examen en vraag de examinator of je deze mag gebruiken. Voor sommige kan het goed zijn voor de concentratie. Het niet op anderen die reeds klaar zijn, gebruik alle tijd die je krijgt.

Tip 18:

Denk altijd vanuit Veiligheid en gezondheid. Soms zijn de vragen heel algemeen gesteld. Kijk dan ook naar een algemeen antwoord, dat wat het beste lijkt, en veiligheid waarborgt.

Vaak kan je een van de drie antwoorden al meteen ‘wegstrepen’ dus heb je 50 % kans als je het niet goed zou weten…..

Tip 19:

Er zijn natuurlijk ook vragen die je gewoon moet leren, en moet weten. Veel tijd om te studeren is er soms niet. Dat is jammer, want het hoort bij een goede voorbereiding op VCA examen. Ons advies is om toch even andere zaken opzij te zetten en enkele uren in het lesboek te duiken.

Het is belangrijk om je te realiseren dat de vragen en antwoorden in het VCA-examen uit de VCA-theorie komen. Die theorie moet je leren en daar moet je je antwoorden uit halen, of je het nu zelf met die antwoorden eens bent of niet.

Tip 20:

Kijk ook nog eens naar de lijst met afkortingen. Veel gebruikte afkortingen zijn: ARBO, RIE, TRA, LMRA, V&G, PBM, BHV, LEL, UEL. Staat deze niet in het boek dan kan ke die natuurlijk ook zelf maken. Je bent dan actief bezig met het lesmateriaal!!

Ditzelfde kan je ook doen voor de vele trefwoorden. Zet ze in twee kolommen apart op papier en zet de betekenis erachter. Handig om te leren én je bent weer actief met de lesstof bezig.

Tip 21:

Wil je makkelijk punten scoren tijdens het VCA-examen? Leer dan alle borden uit je hoofd. Ze zijn niet moeilijk, kijk goed naar het pictogram en leer de hoofdgroepen.

Tip 22:

Bij een vraag waarbij je bij drie beweringen “Ja” of “Nee” moet antwoorden dien je écht bij alle drie de beweringen aan te geven of deze juist of onjuist is. Het systeem geeft namelijk ook aan dat de vraag is beantwoord (wordt blauw) als maar één bewering is ingevuld. Als je maar één bewering beantwoord mis je een deel van de vraag, en dus ook een deel van de te verdienen punten.

Tip 23:

Een andere vraag die aandacht verdient is de vraag waarbij er zes antwoordopties zijn en er wordt aangegeven: “Er kunnen meerdere juiste antwoorden zijn”. Geef hier alleen de antwoorden waarvan je zeker bent. Wanneer een fout antwoord wordt geselecteerd, zullen hiervoor minpunten worden berekend en hiermee streep je eigenlijk weer een goed gegeven antwoord weg, wat natuurlijk zonde is! Kortom: Bij twijfel, niet doen!

Tip 24:

Kijk bij het bestuderen van de diverse hoofdstukken ook eens op YouTube. Er zijn heel veel informatieve filmpjes te vinden m.b.t. de  VCA lesstof. Het leert makkelijk (je ziet tevens beelden en hoort de tekst) en het is even een leuke afwisseling van het lezen in het boek.

Tip 25:

Het blijft belangrijk om een proefexamen online te maken om de nieuwe vraagvormen te leren kennen. Er is maar 1 officieel proefexamen, ga daarom vooral niet op zoek naar andere examens. Andere examens zijn niet correct, volledig en geven een verkeerde indruk.

Tip 26:

Wellicht is  de VCA Examen App, die verkrijgbaar is in de Google Play en iTunes store een handig hulpmiddel om je kennis te toetsen.

Tot slot…….

Vergeet niet om een geldig legitimatiebewijs mee te nemen naar het examen! Een kopie van je ID wordt niet meer gevraagd.